Boek - pag. 51
VIJFDE HOOFDSTUK.
Verschillende soorten spelen opgesomd. Plaats waar ze gevierd werden. Het Olympische veld in het gebied van Pisa. In Rome gewoonlijk de Circus Maximus: ook de Theaters en Amfitheaters. Tijd verschillend in Griekenland en Rome.
§ I.
Het wordt tijd, dat we allereerst de soorten spelen noemen, en dan over de dingen, die daarvoor nodig waren, spreken.
§ II.
Allereerst zullen we de soorten spelen noemen; ik zeg, noemen, niet met de bedoeling ze te verklaren, want dat zal pas gebeuren na de behandeling van de van tevoren vereiste dingen. Toch moeten de soorten spelen eerst ten minste genoemd, en zo in het kort aan de lezer getoond worden, zodat hij weet, wat voor zaken het zijn, waarvoor en waaromtrent dergelijke vereisten plaatsvonden.
§ III.
De WEDSTRIJDSPELEN zijn dan de volgende:
De Wedloop, te voet, te paard, en met wagens.
Boek - pag. 52
Het Vuistgevecht.
De Worstelstrijd.
De Springwedstrijd.
De Werpwedstrijd met de discus en met speren.
Hierbij hebben de Romeinen gevoegd:
6. Het Zwaardgevecht.
7. Het Wilde-Dieren-gevecht.
8. Het Scheepsgevecht (zeeslag).
En andere minder opmerkelijke dingen, die we de moeite niet waard vinden om te noemen.
§ IV.
Om nu deze spelen behoorlijk te vieren, waren enkele dingen vooraf vereist, te weten: eerst een plaats, waarin; ten tweede een tijd, waarop ze gevierd zouden worden; ten derde de voorbereiding, te weten: de bekwamaking van de Wedstrijdspelers, de uitnodiging van de Toeschou- wers, de aanstelling van degenen die het Opperbestuur hadden, wie Rechters en Prijsuitdelers zouden zijn, de inrichting van de schouwplaats, dan de opstelling, loting en het geven van tekens aan de Wedstrijdspelers; en wat we verder nog zullen tegenkomen.
§ V.
De plaats, waar de Olympische spelen gevierd werden, (Strabo lib. 8.) was OLYMPIA, het Olympische veld. in het gebied van Pisa, zo ongeveer 300 stadiën van ELIS, niet ver van de rivier ALFEUS gelegen, zoals we hierboven aantoonden.
Boek - pag. 53
Dit veld was omgeven door een bos van wilde olijfbomen. Het was zo uitgestrekt groot, dat er hele veldslagen in gehouden konden worden: want daar (cap. 1. §. 4.) vond die grote slag tussen de inwoners van Elis en de Spartanen plaats, waarbij de laatsten het onderspit dolven, zoals Pausanias getuigt. Het hele bos en veld, of, wat ik (Paufanias lib. 5. & 6.) waarschijnlijker vind, een groot gedeelte daarvan, werd in de oudheid ALTIS genoemd, zoals wederom uit Pausanias blijkt. Binnen het bos was dan een ruime vlakte, en een door de natuur voorbereide speelplaats, die men sadιον STADIUM, Renbaan noemde, waarin ook de andere soorten spelen, die behalve de Ren- loop beoefend werden, bedreven konden worden. Met het verstrijken van de tijd zijn er kunstwerken en versieringen aan toegevoegd: want daar was het grote Tempelgebouw van JUPITER OLYMPIUS, Tempels van JUNO, VENUS, verschillende Altaren van de Goden, pilaren die opgerichte verdragen en dergelijke grote zaken vertoonden, standbeelden ter ere van de Overwinnaars, ook het triomfbeeld, dat de overwinning van de inwoners van Elis op de Spartanen levendig in herinnering hield: ook waren daar verschillende Schatkamers, en de CARCERES, dat wil zeggen, plaatsen, waar de Wagenspannen en Paarden opgesloten bleven, tot het teken en de macht gegeven werd om te lopen, en vanwaar ze dan kwamen aanstuiven: ook METEN, waarom de Renloop plaatsvond: dan nog zitplaatsen voor de Rechters en Prijsuitdelers, en een driepoot of tafel, waarop de kronen lagen, en honderd dingen meer, waarover Pausanias en anderen spreken, maar die we hier niet zullen onderzoeken: want we zullen genoeg van dit soort zaken in de Romeinse CIRCUS kunnen vinden, waar we ons dan meteen naartoe begeven.
Boek - pag. 54
§ VI.
De CIRCUS MAXIMUS, waarover we hiervoor enig bericht hebben gegeven, was de meest gebruikelijke plaats voor de wedstrijdspelen, hoewel ze ook wel in ande- re Schouwburgen gehouden werden. Sommigen stellen dat de vorm van die CIRCUS ovaal is geweest, anderen langwerpig, die in het midden breed is, maar aan beide uiteinden spits toeloopt; zoals de CIRCUS van Constantinopel, tenminste naar het einde, waar de laatste Meetpaal stond, die vorm had, waarvan het ookσφενδόνη, de slinger, werd genoemd. Maar gewonelijk wordt aangenomen dat de Romeinse CIRCUS die vorm gehad (Hofman. Lexic. Univerf. in voce Circus.) heeft, die we hierboven toonden, dat wil zeggen aan het ene einde rond, maar aan het andere einde hoekig, zoals hetzelfde ook verbeeld wordt op de penningen van AUGUSTUS, NERO, TRAJANUS, CARACALLA en ALEXANDER. Maar nog veel duidelijker door de afbeelding, die Onuphrius Panvinius daarvan heeft nagelaten, en bij dezelfde kan worden nagekeken. Ter uitleg hiervan zullen we alleen de beschrij- (J. Oudaan Room. Mog. zesde samenspraak p. 377. of 425.) ving van Oudaan, omdat die zoveel bevat als voor ons doel nodig is, laten volgen. Oudaans woorden zijn: “RENBAAN. Deze ziet men op de penningen van verschillende Keizers, als van 2 Augustus, van 3 Nero, van 4 Trajanus, van 5 Caracalla, van 6. Alexander, zijnde een langwerpig gebouw, aan het vooreinde met een vierkante, en aan het uiterste met een halvemaansgewijs ronde muur gesloten, oprijzend met standaards en pilaren, en daarboven met een driedubbele galerij; dat namelijk de beneden-...
Boek - pag. 55
...ste van drie rijen, of omlopen, de middelste van twee, en de bovenste van een enkele galerij of omloop bestond, om de toeschouwers zonder on- derlinge verwarring toegang te geven, waarvoor de zitplaatsen naar elke waardigheid en stand onderscheiden waren, zijnde hieronder soms de wilde besten, in hokken of ijzeren kooien bewaard, om in de Renbaan losgelaten en vertoond te kunnen worden: van buiten was het werk met winkels en kraamplaatsen voorzien; de zuilen, waarop het rustte, waren met de voornaamste Godenbeelden uitgewerkt, en de opperste spitsen, voornamelijk boven de poorten en ingangen, met paardenbeelden, renwagens, ook van Olifanten, en andere zinnebeeldige, of historische vertoningen versierd: de ingang, of liever de ingangen, ziet men op de penningen dat die zich op een aan het einde van de zij- muren, dat is dwars aan de vierkante voormuur, als ook recht in het midden van diezelfde, en in de halvemaanmuur daar tegenover bevinden, waar de zorgvuldige, en in de oudheid onvermoeibare naspeurder Onufrius nog twee anderen in diezelfde zijmuren, een weinig verder dan halverwege de baan, bijdoet: in of aan de voormuur waren begrepen de verblijfplaatsen voor de Renwagens en Paarden, Carceres, dat is Gevangenissen genoemd, omdat ze daarin tot het gegeven teken van de Renloop werden opgehouden; zijnde twaalf in getal, of met twaalf poor- ten afgebeeld, hoewel er eerst alleen vier, en later, onder Domitianus, zes in gebruik geweest zijn. Dit is wat betreft de omheining, in het mid- den van het veld zag men een grote Obelisk, zo werd genoemd een Egyptische Naald, of Steenspits...
Boek - pag. 56
...uit één enkele steen gehouwen, en met beeldwerk van de Egyptenaren versierd, waarvan er één in de grote Renbaan heeft gestaan van honderdvijfentwintig voet hoog, zonder de voetsteun waarop hij geplaatst was; aan weerszijden van deze steenspits werd het veld met een middenschot, in de lengte, afgescheiden, namelijk met een stenen muur, ter hoogte van omtrent vier, en ter breedte van bij de twaalf voet, en zo aan de einden met de Merkpalen (dat zijn drie mindere Spitsen op een voetstuk, Meta genoemd, waarvan de kinderen in het knikkerspel de naam bewaard hebben) aan ieder eind van de Renbaan, gesloten: deze Muur werd met haar eigen naam Spina, de Ruggegraat, of Doorn ge- noemd, hetzij omdat ze, net als de rug van een beest, het vlak van het veld in tweeën kloofde, of om dat ze met velerlei toevoegingen voorzien, haar versierselen als borstels en pennen vertoonde; zodanig waren eerst de Obelisk, en de Merkpalen; op het vlak van de muur drie altaren, aan de driederleie, dat is de Grote, de Machtige, en de vermogende Goden, opgericht; een kapel voor de Zon; het beeld van de Moeder der Goden op een Leeuw gezeten; de beelden van het Toeval, van de Overwinning van Rome; en de altaren van enige mindere Goden: tenslotte enige dwarssteunen van twee of vier zuilen onderschoord, waarop de Dolfijnen, of om hun snelheid, of ter ere van Neptunus; en de eieren (dat zijn eivormige stenen kloten, van verscheide kleuren) gezet werden, en wat nog, naargelang de tijd, of de stand van zaken, geoordeeld werd tot sieraad of gepastheid te dienen. Dergelijke gebouwen, die naar alle waarschijnlijkheid...
Boek - pag. 57
...na de tijd, pracht, en mogelijkheid van haar Bouw- heer, verschillend geweest zijn, worden er bij Publius Victor acht of negen binnen Rome geteld, en enige daarbuiten: de Eerste van Tarquinius Priscus gebouwd, van Caesar en Augustus vernieuwd, en gewoonlijk de Grote Renbaan genoemd, had in de lengte drie stadiën, en een half, in de breedte een stadie, of vier bunders land, besloeg in de gehele buitenomtrek acht stadiën, en gaf aan twee honderd en zestig duizend mensen een geschikte plaats om te zitten, en te zien; De binnenkant van de kijk- en zitbanken werd aan weerszijden van Caesar met een gracht afgegraven, ter breedte en diepte van tien voeten, met haar gebruikelijke naam Euripus genoemd, hetzij om de woede van de Olifanten af te weren, die in een of andere vertoning van Pompeius, door haar grootheid en woestheid enige aanval, niet zonder grote vrees en verwarring van het volk gedreigd hadden, of om enige waterspelen, of waterbeesten in te vertonen; zoals in een dergelijke Watergracht, van Augustus zes en dertig levende Krokodillen ingebracht, en tot een schouwspel en vermaak van het volk gedood zijn: Nero echter heeft de Euripus uit de Grote Renbaan weg laten nemen, wellicht nadat hij daartoe een bijzondere kolk en vertoonplaats had laten bouwen, toch schijnt ze naderhand weer door andere Keizers aan de Renbaan hersteld, en in haar oude staat gebracht te zijn: men kan over de heerlijkheid van deze Gebouwen oordelen, van toen Rome in haar bloei was, uit enige bijzondere aantekeningen, die daarvan vermeld worden; van Claudius getuigt Suetonius, dat hij de Carceres van marmersteen liet maken, en de merkpalen met goud bekleden; van Nero, dat hij het gehele vlak van de Renbaan met goudsoldeerzel...
Boek - pag. 58
...liet bestrooien; hetgeen ook Plinius zei van Caligula; en Lampridius van Heliogabalus, dat hij hetzelfde deed met vijzel van goud: toch is deze overdadigheid meer onder de verkwisting van de meest losbandige, dan onder de sieraadaanwending van de bezadigde Vorsten te reke- nen. Onder Constantijn zei de Redenaar Nazarius over de staat van het werk aldus: "De verheven galerijen, en glinsterende pilaren geven aan de Grote Renbaan zo'n ongewoon en uitstekend sieraad, dat men daar komt met minder verlangen om de Schouwspelen te zien, dan om de plaats zelf te bezichtigen." De namen van verschillende Bouwheren worden genoemd, als van Tarquinius, van Flaminius, van Caracalla, van Alexander, van Aurelianus; maar alleen die van Hadrianus, die niet genoemd wordt, heeft op de penningen hiervan haar gedachtenis bewaard in dit omschrift 7 ANN. DCCCLXXIIII. NAT. URBIS. CIR. CON. dat is, "Op het Jaar achthonderd vier en zeventig van de geboorte van de Stad, de Renbaan gebouwd", daar men een Vrouw, bijna naakt, ziet ter aarde gezeten, die een wagenrad met de rechterhand vasthoudt, en de linkerarm om drie Merkpalen geslagen; op deze penning zijn twee dingen aan te merken, ten eerste, de nauwkeurige Tijdsrekening van Hadrianus (die doorgaans naar de namen van de Burgemeesters gerekend pleegt te worden) en hier vanaf het begin van Rome genomen wordt, hetgeen door dit opschrift een onbetwistbare Tijdwortel in vele geschiedenissen kan aanwijzen: en ten tweede het gebruik van de Renbaan, vertoond door het Rad en de Merkpalen: bijna een dergelijke verbeelding heeft men op een penning van Trajanus, 8 daar de Vrouw, in plaats van het rad, de Obelisk, met tekens beschilderd, in de arm houdt, met het opschrift CIRCUS TRAJAN. Renbaan van...
Boek - pag. 59
...Trajanus, hetzij dat hij mede een of andere nieuwe Renbaan gebouwd, of, wat getuigd wordt, de Grote van enige bouwvalligheden vernieuwd heeft.
§ VII.
Maar als iemand ook een afbeelding wil zien van de andere THEATRA en AMPHITHEATRA, Schouwburgen, en Ronde Schouwburgen, waarin ook menigmaal de strijdspelen, en met name die in het vechten met Tegen-vechters en wilde beesten bestonden, gevierd werden, die wendt zijn ogen naar het tegenoverstaande Pompeïsche Theater en Titiaanse Amfitheater: waarnaar ook het Veronese lijkt, dat we daarom niet nodig achten hierbij te voegen. Wie dat wil zie het bij Mercurialis. (Mercurialis de Art. Gym. l. 3. c. 4.) Hier ziet u een menigte zitplaatsen boven el- kaar, in welke veelheid het AMPHITHEATRUM van de Stad SAGUNTUS in Spanje, nu MORVEDRO genoemd, zonder twijfel velen heeft overtroffen, waarover Sanfon d' Abbeville, volgens de over- (Sanfon wereld. beschr. van Europ. pag. 247.) zetting van S. de Vries, zegt: "dicht bij de genoemde Kerk, (d.w.z. de Hoofdkerk, waar het hoofd van HANNIBAL, die deze Stad zo jammerlijk verwoest had, te zien was) gaat men een trap op, alwaar men nog ziet de RUÏNES van een oud AMPHITHEATER. Over de achtentwintig zitplaatsen zijn er boven elkaar in steen uitgehouwen: waaraan de gewelven zo heel dik en vast zijn, dat men dezelve zeer moeilijk zou kunnen neerschieten." Toch keren wij terug naar het Schouwburg van TITUS, dat ons door deze figuur getoond wordt als bijna half gesloopt, opdat ons oog erin zou kunnen reiken, en ook de gronordeningen zichtbaar worden, toch in zijn gehele rondte en opstand kunnen we het beschouwen in deze penning van TITUS, welke Oudaan aldus vertoont. (J. Oudaan 6. t’ Sam.).
Boek - pag. 60
Maar het zal ons de grootste dienst bewijzen, als we nadenken over de redenering, die genoemde schrijver over de Schouwburg opgesteld heeft, als verschillende zeldzaamheden onthullend, zowel wat betreft het houten theater van SCAURUS, als de twee hangende theaters van CAJUS CURIO e. f. v. En hoewel zijn redenering lang is, kunnen we toch niet anders dan deze hier geheel op te nemen. "Redeg. Tot slot van deze Schouwspelen, die alle met elkaar verbonden zijn, zal hier niet ten onrechte het Gebouw van DE RONDE-SCHOUWBURG bij gedaan worden: want in deze Kooi (Cavea) zijn veel van deze jongen geworpen en gekoesterd; Kooi (Cavea), zeg ik, omdat we door deze naam nog steeds verstaan een plaats waarin beesten gevoed of opgesloten worden: mogelijk van de oorspronkelijke Latijnse benaming Cavea (Cavea) afkomstig, waarmee bij de Romeinen dit Gebouw genoemd werd; hetzij om zijn holte, van het woord Cavum (Cavum) hol (waarvan nog tegenwoordig de Fransen een Kelder Cave (Cave) noemen), of om de wijde bevattelijkheid waarmee het voorzien was: Dat anders met een Griekse benaming AMPHITHEATRUM genoemd, door de bijnaam van zijn Bouwmeester en inwijder Vespasianus en Titus, zijn luister en naamsbekendheid overvloedig genoeg in de ogen en verwondering van de gehele Wereld gestraald heeft; en hetgeen nu niet meer dan enige ontvluchte leden, en als grove reuzenbotten van zo'n groot lichaam behouden hebbende, alsnog op haar 10 penningen de nakomelingen doet weten dat het er geweest is; hier dan kan men niet anders afleiden of men ziet het in een ronde ring, hetzij dan dat...
Boek - pag. 61
...het helemaal rond geweest is, of, naar de mening van Lipfius, een weinig langwerpig of eivormig toege- bogen, dat wil zeggen, zegt hij, van twee Schouwburgen, Theatra (Theatra) genoemd, aan elkaar gezet. Volk. Hoe begrijp ik dit, terwijl ik het Theatrum (Theatrum) voor het Toneel neem, waarop iets vertoond werd, en hoe zag dan het Gebouw eruit, dat uit twee Toneelen samengevoegd was? Redeg. U vergist zich, Theatrum (Theatrum) is niet zozeer het Toneel, als wel de gehele Schouwplaats waarin iets vertoond werd, of eigenlijk, waar de Aan- schouwers, om de vertoningen te zien, geplaatst waren: niet ten onrechte zou men het in onze taal het Gezichtstuk noemen, gelijk in het Latijn Visorium (Visorium), daarom echter meestal voor het Toneel genomen, omdat op hetzelfde de vertoning plaatsvond; toch een naam met zo'n ruime betekenis, dat er ook het vertoonde zelf door verstaan wordt; als onder andere bij de Apostel, waar hij aan die van Korinthe schrijvende zegt, Ik acht dat God ons, die de laatste Apostelen zijn, ten toon heeft gesteld, als tot de dood veroordeeld, dewijl wij aan de wereld een Theatrum [Schouwspel word overgezet] geworden zijn, en de Engelen, en de Mensen; welke voorstelling, al- zo ze haar eigenschap van de vertoningen, in de Schouwburgen, ontleent, we hierna des te beter toe zullen kunnen passen: Theatrum (Theatrum) betekent dan zowel hetgeen vertoond wordt, als de Vertoonplaats, en ook de Zitplaats die bij de Vertoningen past, althans niet ten onrechte bij ons Schouwburg genoemd; gelijk dus te Rome Theatrum (Theatrum) genoemd werd de Vertoonplaats van de Toneelspelen die in verzen bestonden, van Pompejus rond gebouwd, en onder het dak besloten, waarvan het Toneel zelf, of het Speel-...
Boek - pag. 62
...podium, of radeuys (podium), aan de ene kant geplaatst, ongeveer een vierde van het vlak besloeg, dit afgesneden, en de overige zich krommende kanten van het gebouw recht gezet, of een weinig naar buiten gebogen, zou het AMPHITHEATRUM (naar de mening, zeg ik, van Lipfius) uit twee van zulke samengevoegde Schouwburgen bestaan hebben, alzo genoemd, zoals hij aanwijst van het woord amfi (amfi), dat is rondom, naar de rondomgaande, en overal aan elkaar gehechte trappen of zitbanken; maar veel natuurlijker naar het onbelemmerde en rondom weidende uitzicht, zonder op het radeuys (podium) zijn weerklank te nemen. We zullen voortgaan, om te onderzoeken, of uit deze rondte enig- szins de hoogte te bepalen is, waarvan Ammianus zegt, dat het menselijk gezicht met moeite de bovenste top kan zien: Deze hoogte vertoont zich op de penningen van Vespafianus en Titus precies een veertiende deel minder dan in de breedte; welke breedte rondom genomen, naar de regels van de gezichtskunst de rechtmatige, hoewel rondgeboogde wederhelft, en dienovereenkomstig de rechtgetrokken streep- lijn, of spanader, van de ene uiterste kant tot de andere, vertonen moet, waarvan de muur in haar gehele buitenomtrek, bevattende een maat van een duizend, zevenhonderd, en zes, Rijnlandse voeten geeft volgens de Meetkunst een rechtmatig derde deel in de lengte, dat is een rechte streeplijn, of spanader, van vijfhonderdachtenzestig voeten en een half (of indien het gebouw op de penning een weinig langwerpig is, dan moet deze maat zich zoveel wijder uitstrekken); maar op de rondte genomen en van dezelve een rechtmatig veertiende deel afgetrokken, dan hebt u in de hoogte vijfhonderdachtentwintig voeten, en aldus zal het ge-...
Boek - pag. 63
...getuigenis van Ammianus niet kan worden gelogenstraft; omdat je dit moet opvatten vanuit het perspectief van iemand die onderaan de voet van het gebouw staat, want anders weet men, dat als de tussenafstand ver genoeg is, dat men ook de toppen van veel hogere bergen kan zien; en dat Ammianus zo te verstaan is, geeft niet slecht te kennen de manier van spreken die hij gebruikt visio humana aegre conscendit, letterlijk gezegd: het menselijk gezicht klimt er bezwaarlijk bij op. Volk. Onnadenkend zeker! Dat ik niet zeg ondoordacht, dat men uit een penning, uit een afbeeldinkje van een duimbreed, de gestalte van zo'n groot lichaam zou willen meten, en met zo'n ongegronde gissing zo'n onmetelijk gebouw in zijn totale grootte narekenen. Redeg. En of dit niet een van de bedoelingen is geweest, waarom de penningen hun gebruik gehad hebben, zou ik niet helemaal durven ontkennen; want een van tweeën, of het afbeelden op de penning heeft, in die tijd, het Gebouw willen laten zien aan de vreemde volken, die niet de kans kregen het in Rome zelf te komen aanschouwen, of het heeft de gedachtenis voor de nakomelingen willen bewaren, indien het door de tijd, of ander ongeval, als in zijn eigen graf, ineen zou storten: dit dan heeft het niet anders, dan met de schets van zijn eigen hoedanigheid en verhoudingen te vertonen, of moeten of kunnen bewerkstelligen. Volk. Dat zou een onnadenkende omzichtigheid van de Romeinen zijn, als ze, wantrouwend de duurzaamheid van zulk puur aaneengesloten werk, waar tijd en vuur en staal hun tanden op zouden stukbijten, deszelfs gedachtenis en maat, aan enige geringe, klei-...
Boek - pag. 64
...ne, makkelijk verwisselbare en kwetsbare penningen zouden denken te mogen toevertrouwen. Rdeg. Namelijk, omdat ze wisten waartoe de menigte in staat was; dat bleek aan een ongewoon grote slang van Tiberius, die gewoon was voedsel uit zijn hand te komen halen, en die door de mieren werd gedood en opgegeten. Volk. Is er aan de huidige staat een dergelijke hoogte wel te bespeuren? Redeg. Men ziet nog steeds dat die wonderbaarlijk is, maar behalve het verzakken en inzakken waaraan al zulke zware werken onderhevig zijn, is er van de top niet weinig afgebrokkeld, wat het onderaan om de voet heeft verhoogd, en nog veel meer door de zo menigmaal verwoeste en neergehaalde huizen en gebouwen, die onderaan de rand van dit gevaarte stonden, zodat het thans de juiste staat van zijn hoogte heeft verloren: en dat Rome zo is opgehoogd, leert de dagelijkse ervaring bij het uitgraven van veel stenen beelden en oude stukken, die niet in de aarde ingegraven, maar door de bouwvalligheden overstort, zo toegedekt zijn gebleven, en door de tijd nog met aarde vereffend, of met puin opgehoogd zijn geworden; waarvan een dergelijk voorbeeld is bij het Pantheon, of Tempel van alle Goden in Rome, waar men vroeger met trappen opklom, en nu met trappen afdaalt. Volk. We zien het van buiten bewerkt met veelderlei versiering van de bouwkunst en beeldhouwwerk. Redeg. Dat de Schouwburgen met veel beeldhouwwerk voorzien waren, blijkt uit Plinius, waar hij van de Tijdschouwburg van Scaurus (dat is een gebouw dat voor het gebruik van de vertoningen, voor een...
Boek - pag. 65
...enige tijd diende, en dan weer werd weggehaald;) sprekende, zegt, dat er meer dan drieduizend beelden tussen de kolommen waren aangebracht, gelijk men aan de overblijfselen van dit van Titus nog veel en velerlei beelden ziet, ook van vierspan- wagens, en andere pracht en praal. Volk. Ik zag de bovenkant met ronde bollen of knoppen bezet. Redeg. Hetzij ter versiering, of voor enig gebruik. Volk. Welk dan? Redeg. Men denkt dat op de bovenrand enige stengen of masten in vierkante gaten zijn geplaatst, om daaraan, overdwars geschoorde touwen, enige zeilen te spannen, om schaduw te maken, en de hete zonneschijn te breken, zoals aan dergelijke zeilen, in de schouwspelen, dikwijls wordt gedacht, en dat wellicht deze knoppen hebben gediend, om de masten te schoren, of de zeilen zelf op en aan te bevestigen. Volk. Wat heeft de overdaad en wellust niet allemaal bedacht! Redeg. Dezelfde zeilen waren eerst van gewoon zeildoek, kort daarna van fijn wit linnen, later met verschillende kleuren versierd, naderhand van zijde: en uiteindelijk van purper en goud; want Caesar, in een schermspel dat hij gaf, maakte ze van zijde: waarvan Plinius zei, De Oppergezaghebber Caesar bedekte de gehele Romeinse Markt, en de heilige weg, van zijn huis tot aan de Capitolijnse heuvel, wat wonderbaarlijker scheen dan het schouwspel zelf: Maar, wat dit te boven gaat, van Nero zei Xifilinus, uit Dio, om de zon te weren spande hij door de lucht purperen zeilen, in het midden waarvan hijzelf met naaldwerk geborduurd [was, alsof hij de Zon was die de wagen bestuurde,...
Boek - pag. 66
...met gouden sterren rondom hem. Bij de overdaad in de zeilen gepleegd, zullen we een andere, niet min weelderig dan kunstig in de Schouwspelen gebruikt, hierbij doen; Deze was dat ze door enige fijne pijpjes, soms ook uit de ledematen van de beelden, op de toeschouwers een lieflijke dauw, en als een zachte regen deden vloeien, van geurige en hartversterkende wateren, merendeels van saf- fraanbloemen geperst en in zoete wijn geweekt, om de reuk, het zicht, en de smaak tegelijk te vergenoegen: waar Hadrianus, in de Lijkspelen van Trajanus, balsem bij deed doen, in zo'n overvloed dat het van de zitbanken droop: dat was de dure Arabische balsem, en wellicht geen ander dan de kostbare Nardus, waarvan een enkel glas vol voor meer dan driehonderd denariën werd verkocht: Hij vierde openlijk Schouwspelen, zei Dio, die de Parthische genoemd werden: en ik denk dat deze verkwisting van Hadrianus gebruikt is, ter gedachtenis dat de Oosterse landen Arabië, Syrië, Parthië, en anderen, door Trajanus aan het Rijk verbonden waren; omdat hij ook aan het Volk in plaats van wijn of koren of geld, na onvoorstelbare genietingen gegeven te hebben, specerijen in uitdeling gaf: Om nu niet door alle gedeeltes, zowel van het bouwwerk, als de kostbaarheden van dit Schouwburg heen te gaan, zal het genoeg zijn, dat wat betreft het eerste, deze plaats geschikte gelegenheid heeft gegeven, zonder verwarring, naar ieders staat en waardigheid, aan zeven of acht en tachtig duizend mensen, om zittend de Schouwspelen te bekijken, en op de bovenste trans en portalen, aan niet minder dan tien of twaalf duizend, om te kunnen staan, of op meegebrachte stoelen te zitten: en wat de kostbaarheid betreft, het buitenwerk...
Boek - pag. 67
...was van Tiburtijnse hardsteen; en de binnenmuur van marmersteen, en op de onderste omgang enige leuningen met beeldwerk versierd, en voor dezelfde enige ronde schijflopen van ivoor in gouden ogen gehangen, om door de rollende gladheid de wilde beesten bij het opspringen hun kracht te doen breken, en de sprong vruchteloos te maken; en ook tegen het overspringen enige netten, welke door Kalfurnius in zijn tijd, toen de macht van het rijk enigszins aan het afnemen was, van gedraaid goud, als ook de opperste galerijen verguld geweest te zijn, beschreven worden. Volk. U verbeeldt mij zulke ongelooflijke en onvoorstelbare dingen, en kostbaarheden, dat ik grotelijks twijfel, of deze hele toestand wel iets anders is, dan de vertoning in een droom, waarin men zichzelf de allerkostbaarste gebouwen, en heerlijke gewelven, maar onmogelijkheden in de natuur, en dingen die met geen gedachte samengaan, tevoren brengt; zo twijfel of denk ik ook dat deze luiden, die zich blindstaren op de oudheid, zichzelf een gebouw voorstellen dat ze niet anders dan in hun eigen verbeelding, uit veel bijeengeraapte stukken, hetzij versierachtige uitweidingen van dichters, of lichtgeloofde aantekeningen van de Historieschrijvers, die iets wonderlijks hebben willen laten zien, opgetimmerd vinden. Redeg. Dit zou men mogen denken, indien het van een enkele of twee vermeld werd, maar omdat het steunt op het eenparige getuigenis, en alle overblijfselen van de oudheid en Schrijvers, vervat en opeenvolgend in een tijd van meer dan vijfhonderd jaren, zo kan hier geen twijfel over bestaan: want bekijk dat lichaam van de Romeinse Groot-...
Boek - pag. 68
...heid in al zijn ledematen door en door, u zult het van top tot teen overal hetzelfde vinden, zoals ik u vervolgens op nadere gelegenheid zal aanwijzen; hierin niet oneigenlijk bij de vertoning van een droom vergeleken, omdat we nu niet anders dan door een nevelachtige bedwelming de juiste toestand van de dingen inzien: en omdat we hier over het Schouwburg spreken, is het niet ongepast, hier de aantekening bij te voegen, die Plinius van twee dergelijke Gebouwen, maar beide gemaakt om voor een korte tijd te dienen, gehouden heeft; hij zei dan aldus: Tweemaal hebben we de gehele Stad zien besluiten door de huizen van de Vorsten Kajus en Nero, en, opdat er niets aan zou ontbreken, dat van de laatstgenoemde ook van goud; maar we zullen niet toestaan dat twee Kajussen, of twee Nero's, hier, van de faam de hoogste luister genieten, omdat we zullen aantonen, dat ook hun uitzinnigheid door de bijzondere werkstukken van Markus Scaurus overwonnen is, waarvan ik niet weet of zijn Bouwmeesterschap meer de burgerlijke zeden ten onder heeft gebracht , of dat het in Sulla groter kwaad is geweest de macht van zo'n stiefzoon, of de verbanning van zo veel duizend burgers teweeggebracht te hebben: Deze dan heeft in zijn Bouwmeesterschap een werk gemaakt, het grootste van allen die er ooit door mensenhanden gemaakt zijn, niet voor een tijdelijk verblijf, maar ook tot een voorschikking van de eeuwigheid: [*merkt dat hij hier een tijde- lijk verblijf noemt, de werken die voor een korte tijd, hetzij een maand, een week, een dag, moesten duren en dienen, zoals dit van Scaurus geweest is, en dan weer weg genomen werden:] Dit was een Schouwburg; het Schouwtoneel van drievoudige hoogte, rustte op driehonderdzestig zuilen, en dat in die Stad die voorheen zonder verwijt geen zes Hy-...
Boek - pag. 69
...met marmeren zuilen van een zeer aanzienlijke burger gedragen had; het onderste gedeelte van het toneel was van marmer, het middelste van glas, door een ongehoorde overdaad, zelfs voor de volgende tijd; en de bovenste zuilen met vergulde zolderingen bedekt: de onderste zuilen ter hoogte van achtendertig voet: de koperen beelden, tussen de zuilen, waren drieduizend: De ruimte zelf bood plaats aan tachtigduizend mensen; terwijl de Ronde Schouwburg van Pompejus, hoewel de stad zo menigmaal vergroot was, en het volk zo veel meer, voor ruim veertigduizend genoeg was: Maar ook de andere uitrusting was zodanig, van Attalische kleren, en schilderingen, en het verdere toneeltuig, dat de kostbaarheden, die men voor die dag in gebruik over had, op de Tuskulaanse landhoeve gebracht, en dezelfde van de verstoorde dienaren in brand gestoken, geschat werden voor duizend Sestertiën verbrand te zijn. De overdenking van zo'n verkwistende geest, trekt mijn zinnen verder, en dwingt ze van haar voorgenomen weg af te wijken, en hier een ander nog groter waanzinnig werk, van hout gemaakt, aan te voegen: Kajus Kurio, die in de Burgeroorlog op de hand van Caesar gestorven is, toen hij in de lijkplechtigheid van zijn vader, door vermogen en uitrusting Scaurus niet kon overtreffen; want wat voor stiefvader Sylla, of wat voor moeder Metella had hij, als naaste van de burger- uitbanningen, of wat voor eigen vader Markus Scaurus, zo menigmaal opperhoofd van de stad, en onder de compagnons van Marius de boezem van de landschaproverijen; ja die zelf met Scaurus niet kon vergeleken worden, omdat zeker deze uit die verbranding dit voordeel gehad heeft, door de dingen uit de gehele wereld bijeengebracht, dat niemand daar...
Boek - pag. 70
...na zijn uitzinnigheid kon evenaren: Kurio heeft dan vindingrijkheid te hulp moeten nemen, het zal de moeite waard zijn te weten wat hij uitgevonden heeft, en ons in onze eigen zeden te vermaken, en onze grootheid naar onze maat te meten: Hij heeft twee zeer ruime Schouwtoneelen naast elkaar gemaakt, van hout, elk op zijn scharnieren, in een draaiende wieging en tegengewicht gehangen; in welke beide, van elkaar afgedraaid, opdat de speelplaatsen elkander niet zouden hinderen, hij de voor de middagvoorstellingen van de spelen gegeven heeft; en daar na weer snel omgekeerd, heeft hij op de laatste dag, door het samenkomen van de uiterste tippen, en het in elkaar sluiten van het hoornwerk, daar een Ronde-schouwburg afgemaakt, en er de Schouwspelen van de schermers in vertoond, voerende zo het Romeinse volk, dat hij des te meer verplichtte, op enkele haren rondom: Waarover zal zich hier iemand eerst verwonderen? over de uitvinder of de vondst? de werkmeester, of de aanstichter? dat het iemand heeft durven bedenken, of zich durven ondernemen? gehoorzamen, of gebieden? maar boven dit alles gaat de gekte van het volk, zich durvende toevertrouwen op zo'n onbetrouwbare en bedrieglijke zetel: Kijk eens, dit zijn zij die het aardrijk overwonnen hebben, en beheersers van de gehele wereld geworden zijn; die de volkeren en rijken uitdelen, en de vreemdelingen hun wetten zenden, en met wie de onsterfelijke Goden enigszins hun recht verdelen, zie, hier hangen ze op een zeker gevaarte, en juichen over hun eigen onheil: wat een laksheid van deze zielen! of wat valt er nu van de nederlaag van Cannae te klagen, in- dien men wil bedenken wat voor kwaad hier had kunnen gebeuren? als enige steden door aardbeving verzwolgen...
Boek - pag. 71
...worden, maakt het een algemene verslagenheid onder de mensen; En zie het gehele Romeinse volk als op twee schepen geplaatst, wordt door twee hangsels gedragen, en ziet zichzelf in zichzelf strijden, en kan in een enkel ogenblik om het leven komen, zo maar het gevaarte zichzelf komt te ontwrichten: en dus werd de gunst gezocht in enige volks-vertoningen om de verdelingen van het volk hangbaar te maken; Wat zou deze man vermogen hebben op de Spreekstoel? wat zou hij niet hebben durven ondernemen bij degenen die hij zo ver overreed had? Want als men de waarheid zeggen zal, het geheel Romeinse volk heeft aan het graf van zijn vader, als in een plechtig lijkspel, als twee scher- mers gevochten: Deze zijn grootdadigheid heeft hij verwisseld, toen zijn scharnieren moe en ontsteld begonnen te worden, door het werk tot de gedaante van een Ronde-schouwburg te sluiten; en op de laatste dag, de twee toneelen door midden gedeeld hebbend, vertoonde hij worstelaars, en wederom met een snelle draai de twee raderen terugtrekkend, heeft hij op dezelfde dag uit zijn schermers de overwinnaars voort doen komen: En nochtans is in Kurio geen Koning geweest, of een Gebieder van de volkeren, noch iemand die machtig aan middelen was, als iemand die niets tot zijn inkomen had dan alleen de tweedracht van de Vorsten. Daar hoort u Plinius, als een ooggetuige, van de gesteldheid van dergelijke toestellen, van zijn of van zijn vaders tijd, spreken; zonder dat de opbouw uit de verstrooide wrakken en drijfhouten van ver gezochte en verscheiden Schrijvers bijeengetrokken wordt, wij kunnen dan, om van ons voorgaande Amfitheater te besluiten, hier wederom niet beter bij doen als het ge-...
Boek - pag. 72
...getuigenis van een andere tijdgenoot, dat is Martialis, die de gelijkenis, niet van deze Roomse, hoe zeer in pracht en heerlijkheid uitstekende Werkstukken, maar van de Piramiden van de Egyptische Koningen, van de Muren van Babylon, van de ontzagwekkende Tempel van Diana te Efeze, van het hoornen-altaar van Apollo, van het Koninklijke graf van Mausolus, kortom van de roemruchtigste van de zeven wereldwonderen, ontlenend, uiteindelijk als volgt besluit, “Omnis Caefareo cedat laber Amphiheatro Unum pro cunɛtis fama loquatur opus.” Laat alle arbeid thans maar voor het Keizerlijke Amfitheater wijken; “De faam vindt stof genoeg, om aan dit Werk alleen Haar lofspraak te besteden.” We komen dan tot de Schouwspelen zelf, die in deze Ronde Schouwburg vertoond werden. Volk. Ik zie hier, op de Penning, van binnen in de Schouwburg stipjes van mensen, die zo te zien met het Schouwspel bezig zijn, hoe kunnen we beter dan ons onder hen te voegen, langs de trappen af te dalen, om het Schouwspel te bezien? Redeg. Maar dit is de weg niet, om naar binnen te komen, je over die muren heen te begeven. Volk. En omdat we tot hier geklommen zijn veel min om ons naar beneden te werpen. Redeg. We moeten dan denken, dat we die vliegende Vezeltjes, die ze Atomen of ondeelbaren noemen, gelijk geworden zijn, die op hun eigen lichtheid zweven en met gemak gedragen worden; te meer, omdat we zien dat ook de toeschouwers bijna in deze stand ver-...
Boek - pag. 73
...beeld zijn: en met recht, want of het wel geen overeenkomende verdeling maakt tussen dit grofstoffelijke Gebouw, en de gestalte of grootte van een mens, zo kan hier geen andere maat in gehouden worden, wat die tot een stip, of een ondeelbaar iets gekomen is; is geen verdere verkleining onderworpen.”
§ VIII.
Tot hier toe genoeg over de plaats, waar men de spelen uitvoerde: nu zullen we in het kort spreken over de tijd, waarop ze gehouden werden: ik zeg, in het kort; want dat de Olympische spelen na verloop van vier volle jaren, en dus met het begin van het vijfde gevierd werden, is al eerder getoond. Ter- (Philip. Pheif. Ant. Graec. lib. 1. cap. 50. 51.) wijl de Pythische naar men zegt gevierd werden, eerst om het negende, daarna om het vijfde, net zoals de Isthmische om het vijfde. Maar de tijd van het jaar, waarop de O- (Nat. Comes Mythol. 1. 5. : c. 2….) lympische Spelen gevierd werden, zullen we ook in één woord weergeven, slechts, om er niet veel omhaal over te maken, de voetstappen van de vermaarde Tijdrekenaar Josephus Scaliger volgend. Deze nu wijst ons aan, (J. Scaliger Em. Tempor lib. 5. p. 382. 458.) dat ze gevierd zijn geworden rond de volle maan, en rond de tijd als de zon zijn uiterste hoogte bereikt had, en nu terugkeerde, d.w.z. van de 11e juli tot en met de 16e, vijf dagen lang. Hiervan af zegt Tzetzes: Τὰ δὲ Ὀλύμπια πένιε ἡμέρας ἐλελεῖθο ἀπὸ ια Τῆς σε 458 λήνης μέχρι ὅλης ιε προεγυμνάζοντο δὲ πρώην ἡμέρας λ(Tzetzes ad Lycoph.) dat is: De Olympische Spelen werden in vijf dagen voltooid, van de elfde van de maand tot de zestiende. Maar van tevoren werden ze (de Spelers) dertig dagen geoefend. Uit dien hoofde zegt Scaliger: alioquin plenilunio, ut diximus &c. dat is: Anders, zoals we gezegd hebben, het Olympische Spel werd altijd op de volle maan gevierd; welke was de laatste dag τῆς ἑορτῆς van het Feest van vijven. Want op de elfde begon de spelstrijd, de vijftiende was de laatste, op de...
Boek - pag. 74
...zestiende ἡ κρίσις was het oordeel. Maar omdat er bij de Romeinen vele spelen waren, zo waren ze ook zeer verscheiden wat betreft de tijd, waarop ze gevierd werden: want de SECULARE, na de verdrijving van de Koningen ingevoerd, werden maar zelden gehouden: eerst werden ze drie dagen en drie nachten ge- (Kipping. Ant. Rom. lib. 2. c. 6.) houden, toch meestal met offerhanden, dansen en gezangen. AUGUSTUS heeft ze gesteld op een tijd van honderd jaren. Ze zijn ook gevierd geworden door DOMITIANUS, SEPTIMIUS SEVERUS en Keizer PHI- LIPPUS. Jaarlijks werden herhaald de FLORALES in de maand mei, APOLLINARES in juli, CAPITOLINI, d.w.z. de oude, ter nagedachtenis aan de verlossing van de Fransen, de CONSUALES in september, de COMPITALITIA in december. Maar het Actische Spel, door AUGUSTUS ingesteld, werd naar de wijze van de Olympische Spelen om het vijfde jaar te NIKOPOLIS gehouden: maar NERO was de eer- ste, die in ROME het vijfjarige spel ingevoerd en tweemaal gehouden heeft, zoals we hierboven uit Tacitus en Suetonius hebben getoond. Ook heeft DOMITIANUS een drievoudig vijfjarig spel ingesteld, waarover, als ons geheugen ons niet bedriegt, we ook al eerder gesproken hebben. Buiten deze werden zonder tijdsbepaling gehouden de VOTIVI, de beloofde spelen, als ook de vrijwillige van Keizers en andere Groten, die zij hielden naar hun welbehagen, hetzij tot voldoening van hun eigen lust, hetzij tot voldoening en vermaak van het volk: zodat er bijna altijd feest- en speeltijd was, en het volk bijna niets anders deed, dan gapen en smachten ernaar, dat de Stadsvoogd de MAPPA, doek (als teken, dat er spelen gehouden worden) liet wapperen, of in de spelen lui en werkeloos te zitten.